ECLI:NL:HR:2011:BP9396

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00470
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zware mishandeling van een zeer jong meisje met dodelijke afloop

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 19 januari 2010 uitspraak deed in een strafzaak tegen een verdachte die in 1964 is geboren. De verdachte had geen bekende woon- of verblijfplaats ten tijde van de betekening van de aanzegging. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door de advocaten mr. J. Goudswaard en mr. I. van Straalen. Deze advocaten hebben middelen van cassatie voorgesteld, die zijn opgenomen in de schriftuur die aan het arrest is gehecht.

De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De raadslieden van de verdachte hebben schriftelijk gereageerd op deze conclusie. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en is uitgesproken op 21 juni 2011.

Uitspraak

21 juni 2011
Strafkamer
nr. 10/00470
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 19 januari 2010, nummer 22/000332-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. J. Goudswaard en mr. I. van Straalen, beiden advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De raadslieden van de verdachte hebben schriftelijk gereageerd op de conclusie.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 21 juni 2011.