ECLI:NL:HR:2011:BP9387
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over denaturering van proces-verbaal in drugszaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte was veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, waarbij de bewezenverklaring steunde op een proces-verbaal van de politie. Dit proces-verbaal vermeldde dat de inhoud van de aangetroffen gripzakjes 'vermoedelijk' 50 gram amfetamine betrof. Het Hof had echter dit proces-verbaal weergegeven zonder het woord 'vermoedelijk', wat volgens de Hoge Raad niet toegestaan was. Hierdoor was de bewezenverklaring niet naar de eisen van de wet met redenen omkleed.
De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de beslissingen ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige. De uitspraak benadrukt het belang van nauwkeurigheid in de weergave van bewijsstukken, vooral in strafzaken waar de vrijheid van de verdachte op het spel staat. De zaak betreft een verdachte die op 30 oktober 2006 te Ulft werd aangehouden met ongeveer 50 gram amfetamine, wat leidde tot de veroordeling door het Hof.