ECLI:NL:HR:2011:BP9384
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Beklag ex art. 552a Sv over inbeslaggenomen goederen in strafzaak
In deze zaak gaat het om een beklag ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klager, geboren in 1943, die woont in [woonplaats]. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Zutphen van 17 december 2009, waarin het klaagschrift van klager ongegrond werd verklaard. De Rechtbank oordeelde dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later de inbeslaggenomen goederen zal onttrekken aan het verkeer, en heeft daarmee de juiste maatstaf aangelegd. De beslissing van de Rechtbank houdt in dat een aantal goederen door de Officier van Justitie aan de verdachte zou worden teruggegeven, maar dat de ongegrondverklaring van het beklag uitsluitend betrekking heeft op de overige inbeslaggenomen goederen, waaronder cd's en dvd's. De klacht van klager mist feitelijke grondslag, aangezien de Rechtbank de inhoud van het dossier en de verklaringen in de raadkamer in haar oordeel heeft betrokken. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de beslissing van de Rechtbank, waarbij het belang van de strafvordering zich verzet tegen teruggave van de inbeslaggenomen goederen. De beschikking is gegeven door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 juni 2011.