ECLI:NL:HR:2011:BP9383
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Beklag ex art. 552a Sv tegen beschikking Rechtbank Zutphen
In deze zaak gaat het om een beklag ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klager, geboren in 1991 en wonende te [woonplaats]. Het beklag betreft een beschikking van de Rechtbank te Zutphen, gedateerd 17 december 2009, met nummer RK 09/524. Klager heeft beroep in cassatie ingesteld tegen deze beschikking, waarbij mr. V.C. van der Velde, advocaat te Almere, namens klager een middel van cassatie heeft voorgesteld. De schriftuur is aan de beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en deze beschikking is gegeven door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 juni 2011.