ECLI:NL:HR:2011:BP9356

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/04560 E
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • B.C. de Savornin Lohman
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Gravenhage in economische strafzaak

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, Economische Kamer, van 17 juni 2009, in de strafzaak tegen een verdachte gevestigd te [vestigingsplaats]. Het beroep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. Th.J. Kelder, advocaat te 's-Gravenhage. De advocaat heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld, welke schriftuur aan het arrest is gehecht en daarvan deel uitmaakt. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad der Nederlanden heeft het geding in cassatie beoordeeld. Het middel dat door de verdachte is voorgesteld, kan niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat dit geen nadere motivering behoeft, gezien artikel 81 RO, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en is uitgesproken op 28 juni 2011.

Uitspraak

28 juni 2011
Strafkamer
nr. 09/04560 E
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, Economische Kamer, van 17 juni 2009, nummer 22/000634-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], gevestigd te [vestigingsplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. Th.J. Kelder, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 28 juni 2011.