ECLI:NL:HR:2011:BP9040
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing in familierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 april 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De moeder, verzoekster tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank en het hof, waarin de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing aan de orde waren. De moeder had in eerste instantie geen verweerschrift ingediend tegen de conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit werd onderbouwd met verwijzing naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van de moeder verworpen, waarmee de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand zijn gebleven.