ECLI:NL:HR:2011:BP9038
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- W.A.M. van Schendel
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Verwijzing van een zaak voor dagbepaling arrest in het incident en het recht op pleidooi
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen DISTRIBUCION Y SERVICIO D&S S.A. en KONINKLIJKE AHOLD N.V. D&S, gevestigd te Santiago, Chili, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 18 augustus 2009. De zaak betreft een geschil over schadevergoeding die D&S stelt te hebben geleden door onrechtmatig handelen van Ahold in het kader van een aandelentransactie. De rechtbank had de vordering van D&S afgewezen, waarna D&S in hoger beroep haar eis heeft vermeerderd en incidentele vorderingen heeft ingesteld op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling gekeken naar de rolprocedures en de beslissing van het hof om de zaak voor dagbepaling te verwijzen. De Hoge Raad oordeelt dat het hof het recht van partijen om zich uit te laten over de vraag of zij pleidooi wensen, heeft geschonden. Dit recht is vastgelegd in artikel 134 Rv in verbinding met artikel 353 lid 1 Rv. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing. Tevens wordt Ahold veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van D&S zijn begroot op € 6.341,16 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.
De uitspraak benadrukt het belang van het recht op pleidooi in civiele procedures en de noodzaak voor hoven om dit recht niet zonder de instemming van partijen te ontzeggen. De Hoge Raad bevestigt hiermee de procedurele waarborgen die zijn vastgelegd in de wet en onderstreept de rol van de rechter in het waarborgen van een eerlijk proces.