ECLI:NL:HR:2011:BP8968
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over intracommunautaire leveringen en btw-vrijstelling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 maart 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van Euro Tyre Holding B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de toepassing van het nultarief op intracommunautaire leveringen van goederen en de vraag in welke lidstaat de macht om als eigenaar over de goederen te beschikken is overgedragen. De Hoge Raad heeft eerder een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, die op 16 december 2010 is beantwoord in de zaak Euro Tyre Holding BV (C-430/09). Het Hof van Justitie oordeelde dat bij twee opeenvolgende leveringen van goederen, waarbij slechts één intracommunautair vervoer plaatsvindt, de handeling die aan het vervoer moet worden toegerekend, moet worden bepaald op basis van een globale beoordeling van alle omstandigheden van de zaak.
In het onderhavige geval heeft het Hof geoordeeld dat het vervoer van de goederen in handen lag van de afnemers van belanghebbende en dat de goederen zijn vervoerd in het kader van leveringen aan andere vennootschappen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat belanghebbende de door haar verrichte leveringen aan deze vennootschappen als intracommunautaire leveringen heeft mogen beschouwen en dat zij terecht geen omzetbelasting op aangifte heeft voldaan. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, en gelast dat de Staat aan belanghebbende het griffierecht vergoedt. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.