ECLI:NL:HR:2011:BP8856
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Falende bewijsklacht opzet poging doodslag
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, waarbij de verdachte is veroordeeld voor poging tot doodslag op een politieagent. De feiten dateren van 16 september 2006, toen de verdachte, tijdens een vechtpartij, een politieagent met volle kracht in het gezicht schopte. De verdachte heeft tijdens de rechtsgang betoogd dat het opzet niet bewezen kon worden, maar het Hof heeft op basis van de verklaringen van de verbalisanten en de verdachte zelf vastgesteld dat er wel degelijk sprake was van opzet. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar enkel wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad oordeelt dat de redelijke termijn van art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden, wat leidt tot een vermindering van de straf. De Hoge Raad heeft de gevangenisstraf vastgesteld op zestien maanden en drie weken, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De overige onderdelen van het beroep zijn verworpen.