ECLI:NL:HR:2011:BP8793
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Valse merkkleding en opzettelijk aanwezig hebben van hennep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 juli 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van valse merkkleding en hennep. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de deskundigheid van de coöperatieve vereniging [A] niet in twijfel had hoeven trekken. De coördinator opsporing van deze vereniging had vastgesteld dat de kleding vervalsingen waren, op basis van objectief waarneembare kenmerken. De Hoge Raad verwierp het verweer van de verdachte dat er onvoldoende bewijs was voor de valsheid van de merkkleding.
Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat het Hof onvoldoende bewijs had geleverd voor de beschuldiging van medeplegen van het aanwezig hebben van hennep. De vastgestelde feiten boden onvoldoende grond voor de conclusie dat de verdachte de hennep tezamen met een ander had aanwezig gehad. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de beslissingen over de hennep en de strafoplegging, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbehandeling. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige.