ECLI:NL:HR:2011:BP8707
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Afbreken van onderhandelingen en de verplichting tot schadevergoeding in het verbintenissenrecht
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, gaat het om de vraag of het afbreken van onderhandelingen tussen de Vereniging van Eigenaren (VVE) en Hemubo Betontechniek B.V. onrechtmatig was en of Hemubo recht heeft op schadevergoeding. De VVE had in 2000 een Afstandsovereenkomst gesloten met Hemubo, waarin was vastgelegd dat er alleen met Hemubo zou worden onderhandeld over de voorwaarden van een opdracht voor renovatiewerkzaamheden. In 2003 heeft de VVE de overeenkomst opgezegd zonder vergoeding van gemaakte kosten aan Hemubo. Hemubo heeft vervolgens een vordering ingesteld tot schadevergoeding, die door de rechtbank gedeeltelijk werd toegewezen, maar door het hof werd afgewezen.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof terecht heeft geoordeeld dat de VVE zich voldoende heeft ingespannen om tot een overeenkomst te komen en dat Hemubo onvoldoende feiten heeft gesteld die erop wijzen dat verdere onderhandelingen zinvol waren. Het hof heeft vastgesteld dat er geen onrechtmatig afbreken van de onderhandelingen heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad bevestigt dat de uitleg van de overeenkomst door het hof juist is en dat er geen ruimte is voor vergoeding van kosten zonder een nadere overeenkomst. De Hoge Raad verwerpt het principale cassatieberoep en veroordeelt Hemubo in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 3.066,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.