ECLI:NL:HR:2011:BP8704
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil tussen voormalig echtelieden over verdeling na echtscheiding van huwelijksvermogen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalig echtelieden over de verdeling van het huwelijksvermogen na hun echtscheiding. De vrouw, eiseres tot cassatie, en de man, verweerder in cassatie, zijn in een juridische strijd verwikkeld over de vraag of het bedrag waarmee de gemeenschappelijke woning is gekocht, is verkregen uit hoofde van een geldlening of schenking. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Rotterdam en een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, waaruit blijkt dat de vrouw beroep in cassatie heeft ingesteld tegen het arrest van het hof. De man heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is behandeld door hun advocaten, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep van de vrouw verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 333,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.