ECLI:NL:HR:2011:BP8696
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over partneralimentatie en wangedrag onderhoudsgerechtigde
In deze zaak, die op 13 mei 2011 door de Hoge Raad werd behandeld, ging het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de partneralimentatie. De man, verzoeker tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin de vrouw, verweerster in cassatie, incidenteel cassatieberoep had ingesteld. De Hoge Raad verwees naar eerdere beschikkingen van de rechtbank 's-Gravenhage en het gerechtshof, die de basis vormden voor het cassatieberoep. De centrale vraag was of wangedrag van de onderhoudsgerechtigde een grond kan zijn voor beëindiging van de onderhoudsplicht, en of de onderhoudsgerechtigde in staat is in zijn eigen levensonderhoud te voorzien.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer was om zowel het principale als het incidentele cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beschikking werd gegeven door vice-president J.B. Fleers en de overige raadsheren, en werd openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.
De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder de onderhoudsplicht kan worden beëindigd en de rol van wangedrag in dit proces. Dit arrest heeft implicaties voor toekomstige zaken met betrekking tot partneralimentatie en de verantwoordelijkheden van onderhoudsgerechtigden.