3.1 In cassatie kan worden uitgegaan van het volgende.
(i) [A] B.V. (hierna: [A]) heeft facturen van Veco ter zake van door Veco in 2001 verrichte werkzaamheden voor een deel onbetaald gelaten, waarna Veco voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch veroordeling van [A] heeft gevorderd tot betaling van een bedrag van € 58.581,73, te vermeerderen met rente en kosten.
(ii) In die procedure heeft [A] verweer gevoerd en harerzijds, op grond van toerekenbare tekortkoming door Veco, in reconventie vergoeding van schade gevorderd, nader op te maken bij staat, alsmede een voorschot daarop van € 150.000,--. (iii) Na een comparitie van partijen op 6 juni 2003 heeft de rechtbank de zaak voor vonnis verwezen naar de zitting van 23 juli 2003.
(iv) Op 18 juni 2003 is [A] in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. Van Dooren en mr. R. Slag tot curatoren. Mr. Slag is later vervangen door mr. Te Biesebeek.
(v) Op 17 november 2004 heeft de rechtbank een tussenuitspraak gedaan. In conventie overwoog de rechtbank dat de vordering in hoofdsom niet werd betwist en heeft zij iedere verdere beslissing aangehouden. In reconventie heeft de rechtbank aan beide partijen een aantal bewijsopdrachten gegeven en de zaak verwezen naar de rol van 1 december 2004 om desgewenst getuigen en verhinderdata op te geven.
(vi) Bij brief van 23 november 2004 heeft mr. Van Dooren de rechtbank bericht dat de curatoren niet bekend waren met de procedure tegen Veco, dat na het tussenvonnis van 17 november 2004 de artikelen 27-29 van de Faillissementswet weer van toepassing zijn geworden en dat dit in zijn visie tot schorsing van de procedure zou moeten leiden. Aan het slot van de brief heeft hij de rechtbank verzocht de procedure, zowel in conventie als in reconventie, te schorsen.
(vii) Bij brief van diezelfde datum heeft mr. Van Dooren de procureur van Veco, mr. Boskamp, verzocht telefonisch te overleggen of de procedure moet worden voortgezet. In de brief staat dat een kopie van de in (vi) genoemde brief is bijgesloten.
(viii) Bij brief van 24 november 2004 heeft mr. Boskamp mr. Slag een kopie van het tussenvonnis van 17 november 2004 toegezonden en verzocht hem binnen één week te berichten of hij de procedure overneemt.
(ix) Bij brief van 25 november 2004 heeft mr. Slag aan mr. Boskamp een afschrift van de in (vi) genoemde brief van mr. Van Dooren aan de rechtbank gestuurd en opgemerkt dat de inhoud daarvan voor zichzelf spreekt.
(x) Ter rolzitting van de rechtbank van 29 december 2004 is door Veco ontslag van instantie verzocht, waarbij de rolwaarnemer/procureur van Veco aan de rolrechter medegedeeld "dat de curator in het faillissement van [A] zich naar behoren opgeroepen acht en de procedure niet wenst over te nemen".
(xi) De rechtbank heeft daarop (kennelijk: in reconventie) ontslag van instantie verleend en (kennelijk: in conventie) de zaak verwezen naar de rol van 5 april 2006 "voor voortprocederen".
(xii) Bij brief van 5 maart 2008 heeft mr. Van Dooren de rolrechter bericht dat hij niet bekend was met enige oproeping voor de zitting van 29 december 2004, en dat hij van mening was dat ten onrechte ontslag van instantie in reconventie is verleend. Voorts heeft hij in deze brief de rolrechter verzocht "dit te herstellen" en de zaak zowel in conventie als in reconventie op de gewone rol te plaatsen "voor voort procederen partijen".
(xiii) Bij brief van 24 april 2008 heeft mr. Van Dooren de rolrechter opnieuw verzocht de beslissing tot ontslag van instantie te herstellen en medegedeeld dat hij de procedure zowel in conventie als in reconventie wenste voort te zetten.
(xiv) Bij brieven van 28 april 2008 en 5 mei 2008 heeft mr. Boskamp zich verzet tegen herziening van de op 29 december 2004 gegeven beslissing tot het verlenen van ontslag van instantie.
In de brief van 28 april 2008 heeft hij de rechtbank bericht dat hij na de faillietverklaring van [A] op 18 juni 2003 enkele malen telefonisch contact heeft opgenomen met mr. Slag omtrent de overname van de geschorste procedure in reconventie en dat hij, nadat een reactie was uitgebleven, dit verzoek bij brief van 24 november 2004 schriftelijk heeft herhaald.
In de brief staat verder dat een schriftelijke reactie van mr. Slag uitbleef, maar "dat het hem bij staat" dat mr. Slag hem heeft laten weten de procedure niet te zullen overnemen.
Voorts vermeldt mr. Boskamp in de brief dat hij zijn rolwaarnemer heeft geïnstrueerd overeenkomstig de mededelingen zoals die blijken uit de aantekeningen ter rolle.
Mr. Boskamp wees er tot slot op dat dit alles overeenstemt met hetgeen de curator in zijn verslag van 8 juli 2004 - dat ruim één jaar na de datum van het faillissement is opgemaakt - onder 14 heeft opgenomen, te weten "de overige civiele procedures zijn niet overgenomen" alsmede met het feit dat mr. Slag na 29 december 2004 geen actie heeft ondernomen op de grond dat de op die datum genoteerde rolbeslissing onjuist zou zijn.