ECLI:NL:HR:2011:BP8692

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/04672
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de beoordeling van een grief in appelprocesrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 april 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van LIRO B.V. tegen Wehkamp B.V. De zaak betreft een geschil dat zijn oorsprong vindt in eerdere vonnissen van de rechtbank Zwolle-Lelystad en arresten van het gerechtshof te Arnhem. LIRO, vertegenwoordigd door mr. E. van Staden ten Brink, heeft cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof, die op 2 september 2008 en 21 juli 2009 zijn gewezen. Wehkamp, vertegenwoordigd door mr. R.A.A. Duk, heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent gevolgd, die ook tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 RO, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft LIRO bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

29 april 2011
Eerste Kamer
09/04672
TT/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
LIRO B.V.,
gevestigd te Groningen,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. E. van Staden ten Brink,
t e g e n
WEHKAMP B.V.,
gevestigd te Zwolle,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Liro en Wehkamp.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 106700 / HA ZA 05-319 van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 mei 2005 en 12 april 2006;
b. de arresten in de zaak 104.002.251 van het gerechtshof te Arnhem van 2 september 2008 (tussenarrest) en 21 juli 2009 (eindarrest).
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof heeft Liro beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Wehkamp heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor Liro toegelicht door haar advocaat en voor Wehkamp door mr. M. Ynzonides en mr. N. Dekker, beiden advocaat te Amsterdam.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Liro heeft op 1 april 2011 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Liro in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Wehkamp begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 29 april 2011.