ECLI:NL:HR:2011:BP8688
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onrechtmatige daad en schadebegroting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door [eiseres] tegen de Staat der Nederlanden en N.V. Rechterland. De zaak betreft een onrechtmatige daad en de begroting van schade, waarbij de Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten van de rechtbank en het gerechtshof te 's-Gravenhage. De Hoge Raad heeft de cassatie van [eiseres] verworpen, waarbij de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De kosten van het geding in cassatie zijn aan [eiseres] opgelegd, met een specificatie van de verschotten en het salaris voor de advocaten van de Staat en Rechterland. De uitspraak is openbaar gedaan door de raadsheer E.J. Numann, na behandeling van de zaak door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk.