ECLI:NL:HR:2011:BP7997

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04273
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging schuldsaneringsregeling zonder schone lei en verschoonbare termijnoverschrijding

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 maart 2011 uitspraak gedaan in het kader van een cassatieberoep tegen de beëindiging van een schuldsaneringsregeling. De verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoekster 2], hadden beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 21 september 2010 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, waaruit blijkt dat de verzoekers niet ontvankelijk zijn verklaard in hun beroep tegen de beëindiging van de schuldsaneringsregeling zonder schone lei. De Advocaat-Generaal L. Timmerman had in zijn conclusie geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd onderbouwd met de overweging dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen, waarmee de beslissing van het gerechtshof in stand bleef.

Uitspraak

18 maart 2011
Eerste kamer
10/04273
RM/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Verzoeker 1],
2. [Verzoekster 2],
beiden wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. A.J.F. Gonesh.
Verzoekers zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaken met insolventienummers 07/486-R en 07/487-R van de rechtbank Amsterdam van 4 augustus 2010,
b. het arrest in de zaak 200.072.092/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 21 september 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [verzoeker] c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 18 maart 2011.