ECLI:NL:HR:2011:BP7997
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling zonder schone lei en verschoonbare termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 maart 2011 uitspraak gedaan in het kader van een cassatieberoep tegen de beëindiging van een schuldsaneringsregeling. De verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoekster 2], hadden beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 21 september 2010 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, waaruit blijkt dat de verzoekers niet ontvankelijk zijn verklaard in hun beroep tegen de beëindiging van de schuldsaneringsregeling zonder schone lei. De Advocaat-Generaal L. Timmerman had in zijn conclusie geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd onderbouwd met de overweging dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen, waarmee de beslissing van het gerechtshof in stand bleef.