ECLI:NL:HR:2011:BP7851
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over strafmotivering en vermelding van wettelijke voorschriften in strafzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 juli 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor geweldsmisdrijven en had beroep ingesteld tegen de opgelegde straf van 16 weken gevangenisstraf. De Hoge Raad oordeelde dat het gebrek in de motivering van de strafoplegging, waarbij het Hof art. 302 Sr niet had vermeld als wettelijk voorschrift, niet tot cassatie leidde, omdat dit gebrek van ondergeschikte aard was. De Hoge Raad herstelde echter dit verzuim en vermeldde art. 302 Sr als wettelijk voorschrift waarop de strafoplegging mede berust. Tevens werd de duur van de gevangenisstraf verminderd naar 15 weken, omdat de redelijke termijn van de procedure was overschreden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering van strafopleggingen en de noodzaak om wettelijke voorschriften correct te vermelden in vonnissen. De zaak betreft een incident waarbij de verdachte op 6 mei 2006 in Alkmaar met een glazen fles een persoon heeft geslagen, wat leidde tot ernstige verwondingen. De Hoge Raad concludeerde dat de strafoplegging, ondanks de tekortkomingen in de motivering, in lijn was met de ernst van het feit en de recidive van de verdachte.