ECLI:NL:HR:2011:BP7844
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Geen responsieplicht op verweer of standpunt dat in eerste aanleg is gevoerd, maar in hoger beroep niet uitdrukkelijk is herhaald
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 april 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1972, had beroep ingesteld tegen een bij verstek gewezen arrest van het Hof, waarin het beroep op noodweer(exces) was verworpen. De advocaat van de verdachte, mr. J. Boksem, had een middel van cassatie voorgesteld, waarbij werd geklaagd dat het Hof ten onrechte niet uitdrukkelijk en gemotiveerd had beslist op de in eerste aanleg gevoerde verweren en standpunten. De Hoge Raad oordeelde dat er geen rechtsregel bestaat die de rechter verplicht om te beslissen over verweren of standpunten die niet uitdrukkelijk zijn herhaald in hoger beroep. De omstandigheid dat de behandeling in hoger beroep bij verstek heeft plaatsgevonden, leidde niet tot een ander oordeel. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover het Hof verzuimd had om toepassing te geven aan artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat bepaalt dat de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis in mindering moet worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft bepaald dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Het beroep voor het overige werd verworpen.