(i) Bij beschikking van 20 juli 2009 heeft de rechtbank op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming de moeder en de vader uit het ouderlijk gezag over hun minderjarige zoon Michael ontheven, met verdere beslissingen die in cassatie niet van belang zijn.
(ii) Ondanks herhaald verzoek daartoe van de advocaat van de moeder is de beschikking eerst op 5 oktober 2009 aan deze advocaat afgegeven.
(iii) Onmiddellijk na ontvangst van de beschikking heeft de advocaat van de moeder de rechtbank verzocht de beschikking, gelet op de datering daarvan op 20 juli 2009, alsnog te voorzien van een zodanige datering dat de volle beroepstermijn in aanmerking genomen kon worden. Daartoe werd het volgende aangevoerd:
"Op 6 oktober 2009 sprak ik u reeds mijn grote ongenoegen uit over het feit dat de rechtbank op 20 juli 2009 een beschikking neemt die pas op 5 oktober 2009 aan partijen wordt afgegeven gelet op het feit dat de beroepstermijn op 20 oktober 2009 verstrijkt. Het is onmogelijk om binnen de korte termijn die daarvoor gegeven is - mede gelet op het feit dat ik, na de hele zomer te hebben gewerkt, volgende week een weekje met vakantie ga - een deugdelijk hoger beroepsschrift op te stellen. Wij bespraken welke mogelijkheden in deze ter beschikking stonden. Ik heb met u gesproken over een herstelbeschikking waarin de datum van de uitspraak - die niet mondeling ter zitting is gedaan - wordt gewijzigd".
De teamvoorzitter van de familiekamer van de rechtbank heeft dit verzoek gehonoreerd en meegedeeld dat een herstelbeschikking zal worden afgegeven die zal zijn gedateerd 5 oktober 2009, zodat aan alle betrokkenen de gewone appeltermijn open zou staan.
(iv) Op 26 januari 2010 is vervolgens aan partijen een herstelbeschikking afgegeven die is gedateerd op 14 december 2009. Deze beschikking houdt het volgende in:
"Bij de rechtbank is een brief ingekomen van mr. M.D. Velthoven, de advocaat van de moeder, d.d. 9 oktober 2009, strekkende tot verbetering van de beschikking d.d. 20 juli 2009 met bovengemeld rekestnummer, in die zin dat de datum van de beschikking onjuist vermeld staat.
De rechtbank heeft kennis genomen van de brief van de raad voor de kinderbescherming d.d. 2 november 2009, onder meer inhoudende dat tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat.
De andere partijen zijn ook in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken.
De rechtbank is van oordeel dat het gaat om een kennelijke misslag in de beschikking, die zich voor eenvoudig herstel leent.
De rechtbank staat het verzoek dan ook toe en VERBETERT de hierboven genoemde beschikking met zaak-/rekestnummer 329029/Fl RK 09-947 en 330843/Jl RK 09-749 in die zin, dat wordt gelezen:
- Datum uitspraak: 5 oktober 2009
in plaats van
- Datum uitspraak: 20 juli 2009".