ECLI:NL:HR:2011:BP6596
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van hogeschool voor schade door uitsluiting van dansopleiding
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om de aansprakelijkheid van de Stichting Fontys, Hogeschool voor de Kunsten, jegens een groep eisers die schade lijden doordat zij niet in staat zijn hun dansopleiding voort te zetten. De eisers, bestaande uit vier personen, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Breda en had betrekking op de vraag of de hogeschool aansprakelijk is voor de schade die de eisers hebben geleden door hun uitsluiting van de opleiding. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en arresten die aan deze zaak ten grondslag liggen, en stelt vast dat de klachten die door de eisers zijn aangevoerd in de cassatie niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad volgt deze conclusie. De eisers worden in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Fontys zijn begroot op nihil. Het arrest is gewezen door de raadsheren van de Hoge Raad en openbaar uitgesproken op 20 mei 2011.