ECLI:NL:HR:2011:BP6458
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake snorder taxivervoer zonder vergunning
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, Economische Kamer, van 9 juni 2009. De verdachte, geboren in 1954 en woonachtig te Amsterdam, is beschuldigd van het verrichten van taxivervoer zonder de vereiste vergunning op 22 mei 2007. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld op 19 april 2011, onder zaaknummer 09/02962 E. De verdediging, vertegenwoordigd door advocaten mr. J. Kuijper en mr. M. Mulder, heeft een middel van cassatie ingediend, waarin wordt betoogd dat de bewezenverklaring niet voldoende is gemotiveerd. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot een beslissing op basis van artikel 440 van het Wetboek van Strafvordering.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de bewijsmiddelen, waaronder processen-verbaal van politie, niet voldoende bewijs leveren dat de verdachte de snorder was die taxivervoer heeft verricht. De verbalisanten hebben waargenomen dat de verdachte op de openbare weg taxivervoer heeft aangeboden, maar er is onvoldoende bewijs dat hij daadwerkelijk de bestuurder was. De Hoge Raad oordeelt dat het Gerechtshof de bewezenverklaring onvoldoende heeft gemotiveerd, waardoor het middel van de verdediging doel treft.
De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster, samen met raadsheren C.H.W.M. Sterk en M.A. Loth, en is uitgesproken in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.