ECLI:NL:HR:2011:BP6439

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02683
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering van kwalificatie in strafzaak met betrekking tot de Wet wapens en munitie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 mei 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1965 en wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, die op 10 juni 2009 was gedaan. De advocaat van de verdachte, mr. R.J. Baumgardt, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de kwalificatie van de feiten 2 en 3, en tot verwerping van het beroep voor het overige. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar alleen wat betreft de kwalificatie van het onder 2 en 3 bewezenverklaarde. De kwalificatie van het onder 2 bewezenverklaarde is verbeterd naar 'handelen in strijd met art. 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd' en 'handelen in strijd met art. 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie'. Voor het onder 3 bewezenverklaarde is de kwalificatie verbeterd naar 'handelen in strijd met art. 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie'. De Hoge Raad heeft de overige middelen verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden en geen nadere motivering behoefden. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.

Uitspraak

24 mei 2011
Strafkamer
nr. 09/02683
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 10 juni 2009, nummer 20/004001-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de kwalificatie van de feiten 2 en 3, tot verbetering daarvan door de Hoge Raad en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het eerste, het tweede en het vijfde middel
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beoordeling van het derde middel
3.1. Het middel bevat de klacht dat het Hof het bewezenverklaarde onder 2, voor zover betrekking hebbend op het voorhanden hebben van munitie, ten onrechte heeft gekwalificeerd als "handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet Wapens en Munitie, meermalen gepleegd", aangezien het bewezenverklaarde in zoverre slechts één overtreding van het in art. 26, eerste lid, WWM vervatte verbod oplevert.
3.2. Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 20 tot en met 23 is het middel terecht voorgesteld. De Hoge Raad zal de kwalificatie verbeteren.
4. Beoordeling van het vierde middel
4.1. Het middel klaagt dat het Hof het bewezenverklaarde onder 3 ten onrechte heeft gekwalificeerd als "handelen in strijd met artikel 13, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd".
4.2. Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 26 tot en met 28 is het middel terecht voorgesteld. De Hoge Raad zal de kwalificatie verbeteren.
5. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de kwalificatie van het onder 2 en 3 bewezenverklaarde;
kwalificeert het onder 2 bewezenverklaarde als 'handelen in strijd met art. 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd' en 'handelen in strijd met art. 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie';
kwalificeert het onder 3 bewezenverklaarde als 'handelen in strijd met art. 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie';
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 24 mei 2011.