ECLI:NL:HR:2011:BP5550
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over stelplicht en aanvullend getuigenbewijs in verkeersongeval
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 mei 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een verkeersongeval. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, had beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof te Arnhem. De zaak was eerder behandeld door de rechtbank Zwolle-Lelystad, waar op 5 juli 2006 een vonnis was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken van het hof, die aan het arrest zijn gehecht. Verweerder, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. van Duijvendijk-Brand, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft in zijn conclusie ook geadviseerd om het beroep te verwerpen, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat deze klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen verdere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
In de beslissing heeft de Hoge Raad eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de voorzitter E.J. Numann, die ook de uitspraak heeft gedaan.