ECLI:NL:HR:2011:BP4881
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake voorlopige aanslag inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 februari 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, gevestigd te Z, tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. Het Gerechtshof had op 22 februari 2010 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 08/00005, die betrekking had op een voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder inhoudelijke behandeling heeft afgedaan, wat gebruikelijk is in gevallen waarin de Hoge Raad van oordeel is dat de zaak geen verdere behandeling behoeft. De uitspraak van het Gerechtshof blijft daarmee in stand, en de Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om de beslissing van het Gerechtshof te herzien. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het inzicht biedt in de toepassing van cassatieprocedures en de criteria die de Hoge Raad hanteert bij het afdoen van cassatieberoepen.