ECLI:NL:HR:2011:BP4801

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/04368
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van beperkte huwelijksgoederengemeenschap in cassatie

In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van de man in een geschil over de verdeling van een beperkte huwelijksgoederengemeenschap. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.C. Meijroos, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het eindarrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 7 juli 2009 is gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Rotterdam en tussenarresten van het hof. De vrouw, die niet is verschenen, is als verweerder in cassatie aangeduid. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen op 29 april 2011 en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

29 april 2011
Eerste Kamer
09/04368
EV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J.C. Meijroos,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 154312/HA ZA 01-859 van de rechtbank Rotterdam van 10 december 2003 (tussenvonnis) en 8 november 2006 (eindvonnis);
b. de arresten in de zaak 105.006.122 met rolnummer c07/257 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 30 januari 2008 (tussenarrest) en 7 juli 2009 (eindarrest).
Het eindarrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindarrest van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de vrouw is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 29 april 2011.