ECLI:NL:HR:2011:BP4799
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens hennepplantage
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 april 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de ontbinding van een huurovereenkomst. De eiser, wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betrof een verhuurder, de Stichting WonenBreburg, die de huurovereenkomst wilde ontbinden vanwege de aanwezigheid van een hennepplantage in de huurwoning. De vraag die centraal stond was of deze tekortkoming in de huurovereenkomst de ontbinding rechtvaardigde.
De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de kantonrechter te Tilburg en een arrest van het hof. De advocaat-generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft het beroep van de eiser verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie konden leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.