ECLI:NL:HR:2011:BP4796
Hoge Raad
- Cassatie
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vaststelling kinderalimentatie en draagkracht van de man
In deze zaak gaat het om de vaststelling van de kinderalimentatie die de man aan de vrouw moet betalen voor de verzorging en opvoeding van hun drie minderjarige kinderen. De rechtbank had eerder bepaald dat de man per kind en per maand € 137,-- moest betalen, met ingang van 1 december 2008. De man heeft in de loop van de tijd verschillende werk- en uitkeringssituaties gekend, wat van invloed is op zijn draagkracht. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere beschikkingen van de rechtbank en het gerechtshof, waaruit blijkt dat de man tot 1 april 2009 een inkomen had van € 2.938,62 bruto per maand. Na deze datum ontving hij een WW-uitkering van € 1.547,69 bruto per vier weken. Het hof heeft geoordeeld dat de man vanaf 1 juni 2009 geen draagkracht meer heeft voor de alimentatie, wat leidde tot een aanpassing van de alimentatieverplichtingen. De vrouw heeft cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof, omdat zij van mening is dat het hof onvoldoende gemotiveerd heeft waarom de man na 1 juni 2009 geen draagkracht meer zou hebben. De Hoge Raad oordeelt dat de klacht van de vrouw gegrond is, omdat het hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de man geen draagkracht had, ondanks dat hij in die periode ook een inkomen had. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing.