ECLI:NL:HR:2011:BP4676

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04575
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortijdige beëindiging schuldsaneringsregeling wegens niet nakomen inlichtingen- en afdrachtplicht

In deze zaak gaat het om de voortijdige beëindiging van een schuldsaneringsregeling op basis van artikel 81 van de Wet op de Rechtsvordering (RO). De verzoekers tot cassatie, [verzoeker 1] en [verzoekster 2], hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest volgde op eerdere uitspraken van de rechtbank en het hof, waarin werd geoordeeld dat de verzoekers niet voldaan hadden aan hun inlichtingen- en afdrachtplicht. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en het arrest van het hof, en stelt vast dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het cassatieberoep, waarmee de eerdere uitspraken in stand blijven. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar door de raadsheer E.J. Numann op 15 april 2011.

Uitspraak

15 april 2011
Eerste Kamer
10/04575
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Verzoeker 1],
2. [Verzoekster 2],
beiden wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. E.J.W.F. Deen.
Verzoekers tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 09/148 en 09/149 R van de rechtbank 's-Gravenhage van 28 juli 2010;
b. het arrest in de zaak 200.071.369/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 12 oktober 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [verzoeker] c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 15 april 2011.