3.3.1. Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 24 oktober 2008 houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:
"De zaak wordt heden gelijktijdig, doch niet gevoegd, behandeld met de strafzaak tegen de medeverdachte [medeverdachte].
De advocaat-generaal draagt de zaak voor.
De raadsman voert het woord als volgt, - zakelijk weergegeven -:
Ter terechtzitting van 11 april 2008 is onderhavige zaak aangehouden omdat de verdediging nog niet beschikte over de administratie van het bedrijf [A], welke nog in bezit zou zijn van de curator. Mijn cliënt heeft mr. Boogaard, curator van de medeverdachte [medeverdachte], benaderd teneinde de beschikking te krijgen over voornoemde administratie. Mr. Boogaard heeft hierop te kennen gegeven dat hij nooit in bezit is geweest van de gehele administratie en enkel beschikt over de stukken die hij het hof en de advocaat-generaal heeft doen toekomen. Echter, blijkens de beslaglijst in het proces-verbaal van de politie onder paragraaf 0.3 zijn bij de doorzoeking van de woning van de verdachte - onder meer - bijna 30 ordners met administratie in beslag genomen en ter beschikking gesteld aan het onderzoeksteam. De verdediging is er tot op heden van uit gegaan dat de gehele administratie zich bij de curator bevond, reden waarom wij ons nog niet met deze kwestie tot het openbaar ministerie hebben gewend. Kennelijk zijn deze stukken steeds in het bezit van justitie geweest. Zonder deze stukken is het voor de verdachte en mij niet mogelijk een gedegen verdediging te voeren. De belangen in deze zaak zijn groot. Ik verzoek het hof dan ook de behandeling van de zaak aan te houden teneinde voornoemde stukken te achterhalen.
De advocaat-generaal reageert op het verzoek van de raadslieden als volgt, - zakelijk weergegeven -:
Ik heb bij de rechtbank Dordrecht geïnformeerd naar voornoemde stukken. De rechtbank heeft echter enkel beschikking over de stukken die zij van de curator krijgt aangeleverd. Bij justitie of bij de politie is nog niet gezocht. De administratie van [A] heeft ten grondslag gelegen aan het vonnis in eerste aanleg. Ik acht het dan ook van belang dat de verdachte de beschikking krijgt over de administratie en dat de behandeling van de zaak hiertoe zal worden aangehouden.
(...)
De voorzitter onderbreekt vervolgens het onderzoek voor beraad. Na beraad wordt het onderzoek hervat en deelt de voorzitter als beslissing van het hof mede dat het verzoek van de raadsman om aanhouding van de zaak wordt toegewezen. Het hof verzoekt de advocaat-generaal het uiterste in het werk te stellen om de administratie van [A] te achterhalen en hierover contact op te nemen met de politie, de rechtbank Dordrecht, de rechter-commissaris belast met de behandeling van faillissementszaken in de rechtbank Dordrecht, de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Dordrecht, het openbaar ministerie in Dordrecht, de curator en, indien nodig, alle overige instanties die kunnen bijdragen aan de opsporing van voornoemde strafrechtelijk in beslag genomen stukken. De voorzitter, gehoord de verdachte, haar raadsman en de advocaat-generaal, schorst hierop het onderzoek tot de terechtzitting van 20 februari 2009 te 13.30 uur;
Verzoekt de advocaat-generaal er zorg voor te dragen dat de voornoemde stukken nog dit jaar (2008) aan het hof en de verdediging ter beschikking worden gesteld en in ieder geval nog dit jaar de verdediging en het hof te (doen) rapporteren omtrent de voortgang van het onderzoek."