ECLI:NL:HR:2011:BP3552

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03393 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking van de Rechtbank te Roermond inzake klaagschrift op basis van art. 552a Wetboek van Strafvordering

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te Roermond, gedateerd 11 augustus 2009, met nummer RK 09/637. Het beroep is ingesteld door de klager, die zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland was. De klager heeft zijn beroep laten indienen door zijn raadsman, mr. J.C. Oudijk, advocaat te Venlo. In de schriftelijke indiening zijn middelen van cassatie voorgesteld, die aan de beschikking zijn gehecht.

De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak in raadkamer beoordeeld. De middelen die door de klager zijn ingediend, zijn door de Hoge Raad niet als voldoende gegrond beschouwd om tot cassatie te leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 8 februari 2011 de beschikking gegeven, waarbij het beroep van de klager werd verworpen. De uitspraak werd gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. Deze uitspraak is openbaar gedaan tijdens de terechtzitting.

Uitspraak

8 februari 2011
Strafkamer
Nr. 09/03393 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Roermond van 11 augustus 2009, nummer RK 09/637, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klager 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1963, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. J.C. Oudijk, advocaat te Venlo, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 februari 2011.