ECLI:NL:HR:2011:BP3552
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking van de Rechtbank te Roermond inzake klaagschrift op basis van art. 552a Wetboek van Strafvordering
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te Roermond, gedateerd 11 augustus 2009, met nummer RK 09/637. Het beroep is ingesteld door de klager, die zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland was. De klager heeft zijn beroep laten indienen door zijn raadsman, mr. J.C. Oudijk, advocaat te Venlo. In de schriftelijke indiening zijn middelen van cassatie voorgesteld, die aan de beschikking zijn gehecht.
De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak in raadkamer beoordeeld. De middelen die door de klager zijn ingediend, zijn door de Hoge Raad niet als voldoende gegrond beschouwd om tot cassatie te leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 8 februari 2011 de beschikking gegeven, waarbij het beroep van de klager werd verworpen. De uitspraak werd gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. Deze uitspraak is openbaar gedaan tijdens de terechtzitting.