ECLI:NL:HR:2011:BP3051
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid in geval van ongeval tijdens werk en de beoordeling van rechtsgronden
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een inlener voor schade die een inleenkracht heeft opgelopen als gevolg van een ongeval tijdens het werk. De Hoge Raad behandelt de vraag of de rechter, ingevolge zijn plicht tot ambtshalve aanvulling van rechtsgrond, had moeten beoordelen of aansprakelijkheid kon worden aangenomen op grond van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek, of dat er sprake was van een exclusieve rechtsgrond die door de eiser was aangedragen. De zaak is ontstaan uit een arbeidsongeval waarbij de eiser, die als inleenkracht werkzaam was, letsel heeft opgelopen. De eiser heeft cassatie ingesteld tegen een eerder arrest van het gerechtshof, dat de vordering had afgewezen. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de klachten van de eiser niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt de eiser in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 8 april 2011 en is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann.