ECLI:NL:HR:2011:BP2320

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/04452
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over afwikkeling huwelijksgoederengemeenschap en vordering tot nadere verdeling

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de man tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat betrekking heeft op de afwikkeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De man, eiser tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen het arrest van het hof, waarin de vordering tot nadere verdeling op de voet van artikel 3:179 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek aan de orde is. De vrouw, verweerder in cassatie, is niet verschenen in deze procedure. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Rotterdam en het arrest van het hof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De advocaat-generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van de man heeft gereageerd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

8 april 2011
Eerste Kamer
09/04452
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 259512/HA ZA 06-1111 van de rechtbank Rotterdam van 13 september 2006 en 5 maart 2008;
b. het arrest in de zaak 200.004.705 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 14 juli 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de vrouw is verstek verleend.
De zaak is voor de man toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de man heeft bij brief van 4 februari 2011 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 april 2011.