Hoge Raad
Op 28 januari 2011 heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie van X te Z niet-ontvankelijk verklaard. Dit beroep was gericht tegen de uitspraken van het Gerechtshof te Leeuwarden, die op 18 december 2009 zijn gedaan in de zaken met nummers 09/00006 en 09/00007. De zaken betroffen navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, alsook premies ingevolge de Ziekenfondswet voor de jaren 2003 en 2004. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak benadrukt dat de ontvankelijkheid van het cassatieberoep aan de orde was, en heeft geoordeeld dat de belanghebbende niet in zijn verzoek kon worden ontvangen. Dit betekent dat de eerdere uitspraken van het Gerechtshof in stand blijven en dat de belanghebbende geen verdere rechtsmiddelen kan aanwenden in deze kwestie. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de voorwaarden voor ontvankelijkheid in cassatie verduidelijkt en de grenzen aangeeft waarbinnen belastingplichtigen hun rechtsmiddelen kunnen aanwenden.