Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 januari 2011 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van X te Z, hierna aangeduid als belanghebbende. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gedateerd 18 december 2009, met nummer BK-09/00172. De kwestie betrof de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2005, met het nummer 001. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk is verklaard. Dit betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van belanghebbende tegen de eerdere uitspraak van het Gerechtshof. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de voorwaarden voor ontvankelijkheid in cassatie onderstreept en de grenzen van de toetsing door de Hoge Raad verduidelijkt. De uitspraak heeft implicaties voor andere belastingzaken waarin de ontvankelijkheid van cassatie aan de orde is.