ECLI:NL:HR:2011:BP1477
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Risicoaansprakelijkheid voor schade aangericht door een dier in een manege
In deze zaak, die op 1 april 2011 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een vrijwaringszaak in het kader van risicoaansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door een paard. De eiseres, een manege, had een paard ter belering ondergebracht en werd geconfronteerd met een schadeclaim van de ouders van een meisje dat door het paard was getrapt. De Hoge Raad oordeelt dat de aansprakelijkheid voor de schade rust op degene die het bedrijf runt waarin het dier wordt gebruikt, in dit geval de manege. Dit betekent dat de manege aansprakelijk is voor de schade, ongeacht of de bezitter of de gebruiker van het paard verantwoordelijk is.
De feiten van de zaak zijn als volgt: op 29 juli 1997 raakte de toen 10-jarige [betrokkene 1] ernstig gewond door een trap van het paard, dat eigendom was van de verweerder. De ouders van [betrokkene 1] vorderden schadevergoeding van de verweerder, die op zijn beurt de manege in vrijwaring heeft geroepen. De rechtbank oordeelde dat de risicoaansprakelijkheid op de manege rustte, omdat het paard in de uitoefening van haar bedrijf werd gebruikt. De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en verwerpt het beroep van de eiseres.
De Hoge Raad benadrukt dat het niet van belang is of degene die het bedrijf uitoefent de bezitter of houder van het dier is, en dat de aansprakelijkheid niet afhankelijk is van het doel waarvoor het dier wordt gehouden. De Hoge Raad veroordeelt de eiseres in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 765,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van risicoaansprakelijkheid en de verantwoordelijkheden van bedrijven die met dieren werken.