ECLI:NL:HR:2011:BP1274
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake schuldwitwassen
Op 8 maart 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 09/04485. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. S.B.J. Hiemstra, advocaat te Haarlem. De zaak betrof een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 4 september 2009 was gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1979. De verdachte was in hoger beroep veroordeeld voor schuldwitwassen, zoals omschreven in artikel 420quater van het Wetboek van Strafrecht.
De Advocaat-Generaal, Silvis, heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De raadsman van de verdachte heeft schriftelijk gereageerd op deze conclusie, maar de Hoge Raad oordeelde dat de ingediende middelen niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad stelde vast dat de middelen geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van het Gerechtshof en onderstreept de toepassing van de relevante strafrechtelijke bepalingen.