ECLI:NL:HR:2011:BP0570
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over uitvoering overeenkomst van opdracht in verbintenissenrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 maart 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 09/04186. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. K. Aantjes, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 14 juli 2009 was gewezen. De eiseres was betrokken in een geschil over de uitvoering van een overeenkomst van opdracht, een onderwerp dat valt onder het verbintenissenrecht. De verweerster in cassatie is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Breda van 12 september 2007 en 19 maart 2008, en naar het arrest van het hof, dat aan de uitspraak is gehecht.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen. Tevens is de eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit was volgens de Hoge Raad niet nodig om nadere motivering te geven, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.