ECLI:NL:HR:2011:BP0207

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/04281 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering van proces-verbaal bij behandeling klaagschrift in raadkamer

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 oktober 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de Rechtbank te Arnhem van 9 oktober 2009. Het betreft een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door de klager, geboren in 1960 en wonende te [woonplaats]. De klager heeft beroep ingesteld tegen de beschikking van de Rechtbank, waarbij de behandeling van het klaagschrift in raadkamer op 12 augustus 2009 niet correct was vastgelegd in het proces-verbaal. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat er een kennelijke misslag was in het proces-verbaal, waarin niet was opgenomen dat de behandeling in het openbaar had plaatsgevonden. De griffier, mr. R. van Dijk, heeft bevestigd dat de behandeling in het openbaar heeft plaatsgevonden, maar dat dit door een fout in het proces-verbaal niet was vermeld. De Hoge Raad heeft de misslag gecorrigeerd en het proces-verbaal verbeterd. Hierdoor heeft het middel van de klager geen feitelijke grondslag, wat betekent dat het beroep niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, zonder dat verdere motivering nodig was, aangezien het middel niet leidde tot rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.

Uitspraak

4 oktober 2011
Strafkamer
nr. 09/04281 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Arnhem van 9 oktober 2009, nummer RK 09/493, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze hebben mr. Th.J. Kelder en mr. C.W. Noorduyn, beiden advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft op 21 december 2010 geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking.
De raadslieden van de klager hebben schriftelijk gereageerd op door de Hoge Raad bij de Rechtbank ingewonnen inlichtingen.
Op 21 juni 2011 heeft de Advocaat-Generaal aanvullend geconcludeerd. Deze aanvullende conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1. Het middel klaagt dat de behandeling van het klaagschrift in raadkamer van 12 augustus 2009 niet in het openbaar heeft plaatsgevonden.
2.2.1. Blijkens het daarvan opgemaakte proces-verbaal heeft de behandeling van het klaagschrift voor de eerste maal plaatsgevonden in raadkamer van 12 augustus 2009 en is de zaak behandeld door mr. T.H.P. de Roos, vicepresident in tegenwoordigheid van R. van Dijk, griffier.
Dat proces-verbaal houdt niet in dat de behandeling in het openbaar heeft plaatsgevonden.
Bij tussenbeschikking van 14 augustus 2009 heeft de Rechtbank bepaald dat een tweetal belanghebbenden dienden te worden opgeroepen.
Blijkens het daarvan opgemaakte proces-verbaal heeft de nadere behandeling van het klaagschrift plaatsgevonden op 30 september 2009. Dat proces-verbaal vermeldt dat die behandeling in het openbaar heeft plaatsgehad.
2.2.2. De Hoge Raad heeft op de voet van art. 83 RO inlichtingen ingewonnen bij de Rechtbank. De griffier, mr. R. van Dijk, die bij de behandeling in raadkamer tegenwoordig was heeft bij brief van 5 april 2011 aan de Hoge Raad het volgende medegedeeld:
"Mr. De Roos is sinds 01 januari 2011 met pensioen. Ik heb uw brief gelezen alsmede kennis genomen van het mede door mij ondertekende proces-verbaal. Ik kan u meedelen dat de behandeling op 12 augustus 2009 ter openbare terechtzitting, raadkamer, heeft plaatsgevonden. Standaard bij enkelvoudige raadkamerzittingen wordt altijd voorafgaand aan de zitting aan de bode mededeling gedaan welke zaken achter gesloten deuren worden behandeld opdat hij daar bij het uitroepen van de zaak rekening mee kan houden. Klaagschriften beslag, zoals ook de onderhavige zaak, worden altijd conform artikel 552a, zesde lid, Wetboek van Strafvordering, ter openbare raadkamer behandeld. Kennelijk heb ik bij het uitwerken van het proces-verbaal een onjuist voorbeeld gebruikt en is verzuimd te vermelden dat de behandeling in het openbaar heeft plaatsgevonden."
2.3. Op grond van de inhoud van deze brief moet het ervoor worden gehouden dat als gevolg van een kennelijke misslag is verzuimd in het proces-verbaal van de behandeling in raadkamer van 12 augustus 2009 op te nemen dat de behandeling in het openbaar heeft plaatsgevonden.
De Hoge Raad leest het proces-verbaal met verbetering van die misslag. Daardoor mist het middel feitelijke grondslag, zodat het niet tot cassatie kan leiden.
3. Beoordeling van het tweede middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 oktober 2011.