ECLI:NL:HR:2011:BP0004
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verlof tot tenuitvoerlegging van een niet gemotiveerde buitenlandse uitspraak in het kader van de EEX-Verordening
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 maart 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de erkenning en tenuitvoerlegging van een niet gemotiveerde uitspraak van een Duitse rechter. De zaak betreft een verzoek tot verlof tot tenuitvoerlegging van een 'Urteil' van het Landgericht Berlin, dat op 27 mei 2008 was gewezen. De uitspraak van de Duitse rechter was gebaseerd op een erkenning van de ingestelde vordering door de verweerders, maar ontbeerde een motivering. De rechtbank Rotterdam had eerder het verlof tot tenuitvoerlegging ingetrokken, omdat zij van mening was dat de niet gemotiveerde uitspraak in strijd was met de openbare orde in Nederland, zoals bedoeld in artikel 34 EEX-Verordening.
De Hoge Raad oordeelde dat de beslissing van de Duitse rechter, op grond van Hoofdstuk III van de EEX-Verordening, in aanmerking komt voor erkenning en tenuitvoerlegging, tenzij er sprake is van een van de weigeringsgronden van artikel 34 en 35 EEX-Verordening. De Hoge Raad benadrukte dat artikel 34 restrictief moet worden uitgelegd en dat de openbare orde-clausule slechts in uitzonderlijke gevallen mag worden ingeroepen. Het ontbreken van een motivering kan niet automatisch worden aangemerkt als strijdig met de openbare orde, maar moet worden beoordeeld aan de hand van de specifieke omstandigheden van het geval.
In deze zaak was de vordering van de verzoeker als juist erkend, waardoor een motivering van de toewijzing overbodig was. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank Rotterdam en wees het verzoek van de verweerders af. Tevens werden de kosten van de procedure aan de zijde van de verzoeker begroot. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de erkenning van buitenlandse uitspraken en de toepassing van de EEX-Verordening in Nederland, vooral in gevallen waar de motivering van een uitspraak ontbreekt.