ECLI:NL:HR:2011:BO9974

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01387 A
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van vonnis door verzuim in bewijsmiddelen in Antilliaanse strafzaak

In deze zaak, die voor de Hoge Raad der Nederlanden is gebracht, betreft het een beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, gedateerd 13 oktober 2009. De verdachte, geboren in 1961, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. D.G. Kock, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De kern van de zaak draait om de vraag of het bestreden vonnis voldoet aan de eisen van artikel 402 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen (SvNA). Dit artikel vereist dat het vonnis de inhoud van de bewijsmiddelen bevat, op straffe van nietigheid.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het Hof in zijn vonnis heeft verzuimd om de inhoud van de bewijsmiddelen op te nemen. Dit verzuim is in strijd met artikel 402, eerste lid, SvNA, dat bepaalt dat het vonnis het tenlastegelegde en de bewijsmiddelen moet bevatten. De Advocaat-Generaal, Hofstee, heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis en tot verwijzing van de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht.

De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak verwezen voor herbehandeling. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster, met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, en is uitgesproken op 8 februari 2011. De uitspraak benadrukt het belang van de correcte opname van bewijsmiddelen in vonnissen, en bevestigt dat een verzuim hierin kan leiden tot nietigheid van het vonnis.

Uitspraak

8 februari 2011
Strafkamer
Nr. 10/01387 A
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 13 oktober 2009, nummer h 111/09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961, ten tijde van de betekening van de aanzegging wonende op [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. D.G. Kock, advocaat te Oranjestad (Aruba), bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis en tot verwijzing van de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1. Het middel klaagt dat het bestreden vonnis in strijd met art. 402, eerste lid, SvNA niet de inhoud der gebezigde bewijsmiddelen bevat.
2.2. Art. 402 SvNA luidt, voor zover hier van belang:
"1. Het vonnis bevat het tenlastegelegde alsmede de inhoud van de bewijsmiddelen, voor zover deze tot bewijs daarvan geldt.
(...)
7. Alles op straffe van nietigheid."
2.3. Onder de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevinden zich:
a. het bestreden vonnis van 13 oktober 2009, dat onder "de bewijsmiddelen" inhoudt:
"Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. De bewijsmiddelen zullen in geval van beroep in cassatie in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen."
b. een bijlage bevattende de bewijsmiddelen, vastgesteld en getekend op 1 maart 2010, behorende bij voormeld vonnis.
2.4. Het Hof heeft verzuimd in het bestreden vonnis zelf de inhoud van de bewijsmiddelen op te nemen. Ingevolge art. 402, zevende lid, SvNA leidt dit verzuim tot nietigheid.
2.5. Het middel slaagt.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verwijst de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 8 februari 2011.