ECLI:NL:HR:2011:BO9862
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Noodweer en noodweerexces in strafrechtelijke context
In deze zaak gaat het om een beroep op noodweer en noodweerexces door de verdachte, die op 14 februari 2008 in Zwijndrecht zijn buurman heeft geslagen. De verdachte, geboren in 1963, heeft tijdens een woordenwisseling met de buurman, die zich agressief opstelde, een klap uitgedeeld. De verdediging stelde dat de verdachte handelde uit zelfverdediging, omdat hij en zijn echtgenote zich bedreigd voelden door de agressieve houding van de buurman. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage verwierp het beroep op noodweer en noodweerexces, omdat niet voldoende aannemelijk was gemaakt dat het handelen van de verdachte noodzakelijk was ter verdediging van zijn eigen lijf of dat van zijn echtgenote.
De Hoge Raad heeft het arrest van het Hof vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof. De Hoge Raad oordeelde dat de verwerping van het beroep op noodweer en noodweerexces onvoldoende gemotiveerd was. De Hoge Raad benadrukte dat het Hof niet duidelijk had gemaakt of het de feiten en omstandigheden die de raadsman aan het verweer ten grondslag had gelegd niet aannemelijk achtte, of dat het Hof van oordeel was dat deze feiten en omstandigheden geen rechtvaardiging voor noodweer of noodweerexces boden. Hierdoor was de verwerping van het verweer onvoldoende gemotiveerd en moest de zaak opnieuw worden berecht.
De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 8 februari 2011, en de zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling.