ECLI:NL:HR:2011:BO9841
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verzoek om kinderalimentatie jegens biologische vader en de doorbreking van het wettelijke stelsel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 februari 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek om kinderalimentatie. De vrouw, die stelselmatig seksueel misbruikt is door haar stiefvader en moeder, heeft twee kinderen gekregen. De biologische vader van deze kinderen, de man, is door het gerechtshof te Leeuwarden als zodanig erkend, maar het hof heeft de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek om alimentatie voor de periode van 24 juni 2002 tot 21 november 2002, omdat de wettige vader, [betrokkene 1], in staat zou zijn om in de kosten van levensonderhoud te voorzien. De vrouw heeft cassatie ingesteld, waarbij de man incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof ten onrechte heeft aangenomen dat er geen positieve verplichting voortvloeit uit het 'family life' tussen de kinderen en hun biologische vader, zoals beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad benadrukt dat, indien de wettige vader niet in staat is om in de kosten van levensonderhoud te voorzien, de kinderen aanspraak kunnen maken op levensonderhoud van hun biologische vader. Dit is een belangrijke uitspraak die de rechten van kinderen in situaties van gescheiden ouders en de verantwoordelijkheden van biologische vaders onderstreept.