ECLI:NL:HR:2011:BO9618

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02019
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over uitsluitingsclausule in verzekeringspolis en redelijkheid en billijkheid

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen DELPHI N.V., eiseres tot cassatie, en MARINE SPECIALTY MANAGEMENT INC., verweerder in cassatie. De zaak betreft een uitsluitingsclausule in de polisvoorwaarden van een verzekeringscontract en de vraag of deze clausule vernietigbaar is op grond van de artikelen 6:233 en 6:248 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van het gerecht in eerste aanleg van Aruba en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, waaruit blijkt dat DELPHI beroep in cassatie heeft ingesteld tegen het vonnis van het hof. De advocaat van DELPHI heeft de zaak toegelicht, terwijl MARINE SPECIALTY MANAGEMENT INC. niet is verschenen. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en DELPHI veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van MARINE SPECIALTY MANAGEMENT INC. zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

18 februari 2011
Eerste kamer
09/02019
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
DELPHI N.V.,
gevestigd op Aruba,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
de vennootschap naar Amerikaans recht MARINE SPECIALTY MANAGEMENT INC.,
gevestigd te Lake Havasu City, Arizona, Verenigde Staten van Amerika,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Delphi en MSM.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 686/2004 van het gerecht in eerste aanleg van Aruba van 8 november 2006 en 12 december 2007;
b. het vonnis in de zaak AR-686/04-H-291/08 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 17 februari 2009.
Het vonnis van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van het hof heeft Delphi beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
MSM heeft geen verweerschrift ingediend.
De zaak is voor Delphi toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Delphi in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van MSM begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 18 februari 2011.