ECLI:NL:HR:2011:BO7971
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest van het Gerechtshof inzake valsheid in geschrifte en bewijsvoering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 februari 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder door de Rechtbank veroordeeld voor het opzettelijk gebruik maken van valse verklaringen van ondersteuning, in strijd met de Kieswet. De Rechtbank had bewezen verklaard dat de verdachte op 26 januari 2007 in Maastricht en Venlo valse verklaringen had ingeleverd, die hij had voorzien van gefingeerde handtekeningen en valse gemeentestempels. De verdachte had in hoger beroep vrijspraak bepleit, maar het Hof bevestigde het vonnis van de Rechtbank zonder de benodigde aanvulling van gronden, zoals vereist door de wet.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof het vonnis van de Rechtbank niet zonder meer had mogen bevestigen, aangezien de verdachte vrijspraak had bepleit. De Hoge Raad herhaalde de toepasselijke overwegingen uit een eerder arrest en concludeerde dat de Rechtbank had volstaan met een opgave van bewijsmiddelen, terwijl de wet vereiste dat de inhoud van de bewijsmiddelen moest worden weergegeven. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen voor zover het de beslissingen ter zake van de bewezenverklaring van de feiten onder 2 en 3 en de strafoplegging betrof. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.
Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering en de noodzaak voor de appelrechter om de gronden van de eerste rechter adequaat te aanvullen, vooral wanneer de verdachte vrijspraak heeft bepleit. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige, wat betekent dat de andere onderdelen van de uitspraak van het Hof in stand blijven.