ECLI:NL:HR:2011:BO7525
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Faillissementsrecht en de bewijslastverdeling in cassatie
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een verzoek tot cassatie van [verzoeker 1] en [verzoekster 2] tegen Strategos B.V. De zaak betreft faillissementsrecht, waarbij de Hoge Raad op 21 januari 2011 uitspraak doet. De verzoekers hebben in cassatie betoogd dat er summierlijk gebleken is van feiten en omstandigheden die aantonen dat de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. De Hoge Raad oordeelt echter dat, gelet op de gemotiveerde betwisting door de schuldenaar, onvoldoende is gebleken dat dwangsommen verbeurd zijn geraakt. Dit leidt tot een belangrijke overweging over de bewijslastverdeling in faillissementszaken. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en veroordeelt de verzoekers in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Strategos zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris. De beslissing is openbaar uitgesproken door de raadsheren, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman is gevolgd. De zaak is eerder behandeld in de rechtbank Rotterdam en het gerechtshof te 's-Gravenhage, waar de relevante beslissingen zijn genomen. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere uitspraken in zijn overwegingen.