ECLI:NL:HR:2011:BO6364
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Levenslange gevangenisstraf na schietpartij in Rotterdams café met overschrijding van redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een schietpartij die plaatsvond in een café in Rotterdam, waarbij de verdachte werd beschuldigd van medeplegen van moord. De Hoge Raad heeft op 22 februari 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de verdachte, die was veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. De verdachte, geboren in 1974, was ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Noord, locatie De Grittenborgh' te Hoogeveen. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte zelf, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.B.G.T. von Bóné uit Rotterdam. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van cassatie niet tot cassatie konden leiden, en dat dit geen nadere motivering behoefde, gezien artikel 81 RO. De verdachte bevond zich in voorlopige hechtenis en de Hoge Raad constateerde dat er meer dan zestien maanden waren verstreken sinds het instellen van het cassatieberoep. Aangezien de opgelegde levenslange gevangenisstraf zich niet leent voor vermindering, volstond de Hoge Raad met het oordeel dat de redelijke termijn van berechting was overschreden.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verdachte. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, en is uitgesproken in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.