ECLI:NL:HR:2011:BO6150
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Levenslange gevangenisstraf en overschrijding redelijke termijn in cassatie na schietpartij
In deze zaak, die zich afspeelt na een schietpartij in een Rotterdams café, heeft de Hoge Raad op 22 februari 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De verdachte, geboren in 1976 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Zuid-West, locatie Torentijd' te Middelburg, was veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf voor onder andere medeplegen van moord. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. G. Spong, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 17 juli 2009. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de aan de verdachte opgelegde levenslange gevangenisstraf zich naar haar aard niet voor vermindering leent, maar dat de redelijke termijn van berechting is overschreden. Dit oordeel is van belang, omdat de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevond en er meer dan zestien maanden waren verstreken sinds het instellen van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de middelen van de verdediging niet gegrond verklaard, en het beroep verworpen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een tijdige behandeling van cassatiezaken, vooral in situaties waarin de verdachte langdurig in voorlopige hechtenis verkeert.