ECLI:NL:HR:2011:BO6105

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01176
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en huwelijksvoorwaarden in het familierecht met betrekking tot pensioenverweer

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een verzoek tot cassatie van [verzoeker] tegen de beschikking van het gerechtshof te Amsterdam. De zaak draait om een echtscheiding en de daarbij behorende huwelijksvoorwaarden, met specifieke aandacht voor het pensioenverweer zoals bedoeld in artikel 1:153 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, die op 7 januari 2009 en 15 december 2009 zijn gegeven. De advocaat-generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieverzoek, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de beschikking van het hof bevestigt en het beroep verwerpt.

De uitspraak is gedaan door de raadsheren A. Hammerstein, W.D.H. Asser en C.E. Drion, met de openbare uitspraak door raadsheer E.J. Numann op 21 januari 2011. Deze uitspraak heeft implicaties voor de interpretatie van huwelijksvoorwaarden en pensioenverweer in het kader van echtscheidingen, en biedt duidelijkheid over de toepassing van artikel 81 RO in cassatieprocedures.

Uitspraak

21 januari 2011
Eerste Kamer
10/01176
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[Verweerster],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. D.M. de Knijff en mr. M.S. van der Keur.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 348406/FA RK 06-5060 van de rechtbank Amsterdam van 7 januari 2009;
b. de beschikking in de zaak 200.030.101/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 15 december 2009.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 21 januari 2011.