ECLI:NL:HR:2011:BO5761
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot betaling van partneralimentatie wegens onvoldoende draagkracht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 januari 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot betaling van partneralimentatie. De verzoekster, een vrouw, had beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin haar verzoek tot alimentatie was afgewezen. De rechtbank had eerder op 15 september 2009 in eerste aanleg ook al een beschikking gegeven, waartegen de vrouw in hoger beroep was gegaan. Het hof had op 26 mei 2010 de beschikking van de rechtbank bevestigd, wat leidde tot het cassatieberoep van de vrouw. De man, verweerder in cassatie, had verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook heeft gedaan. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. Dit was volgens artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie niet verder te motiveren, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beschikking van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.